Waarom ik Stichting Doodgewoon begon
Geschreven door: Laura van der Veen | 6-11-2025
Mijn verhaal is inmiddels vaak gedeeld — in de krant, in tijdschriften, online, in podcasts en zelfs op het toneel. Maar daar ging een lange weg aan vooraf. Het is niet vanzelfsprekend om je eigen pijn zo open te leggen. Toch deed ik het. Omdat ik niet wilde dat al die moeilijke jaren voor niets waren geweest. Ik wilde dat er iets goeds uit zou ontstaan. Iets wat anderen kon raken, troosten, of misschien zelfs hoop geven. Wat er daarna gebeurde, had ik nooit durven dromen. En precies dáár gaat deze eerste blog over. Nog één keer vertel ik mijn verhaal — het verhaal dat de basis vormde voor Stichting Doodgewoon.
In 2017 studeerde ik af als verpleegkundige aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit was wat ik altijd had gewild: zorgen voor anderen, iets betekenen, van waarde zijn. Al drie jaar liep ik stage op verschillende afdelingen in het AMC (nu Amsterdam UMC), en dat voelde als thuiskomen. Alles leek me vanzelf af te gaan. Na mijn afstuderen mocht ik blijven op de afdeling cardiologie, waar ik mijn laatste stage had gelopen. Daar bloeide ik op.
Ik voelde me sterk, bijna onverslaanbaar. Ik draaide moeiteloos mee in de werkdruk, begeleidde studenten, coördineerde de afdeling en redde soms letterlijk een leven. Ik dacht dat ik alles aankon. Dat ík degene was die anderen hielp — niet degene die ooit zelf hulp nodig zou hebben.
Maar wat betekent sterk zijn eigenlijk? Wanneer bén je sterk?
Wat als dat gevoel van kracht plotseling omslaat in iets wat je nog nooit hebt gevoeld?
Wat als blijkt dat je toch niet zo onverslaanbaar bent als je dacht?
Toen stond mijn leven ineens volledig op zijn kop. En ik snapte er niets van.
Het begon in 2020. Corona was uitgebroken en het was slechts een kwestie van tijd voordat de eerste besmetting in Nederland zou worden gemeld. Op de afdeling waar ik werkte hing een gespannen sfeer; we wachtten op het moment dat de chaos zou uitbreken. Er werd gezegd dat we uit moesten gaan van het ergste. Maar wat was het ergste precies? Waar wachtten we op? Wanneer zou het gebeuren? Wat moesten we doen? Alles was onzeker. Niet alleen voor mij, maar ook voor de leidinggevenden, professoren en deskundigen. Niemand kon mij duidelijk vertellen waar ik op voorbereid moest zijn, en dat maakte het extra moeilijk.
En toen was het zover. Bijna zou ik zeggen: eindelijk. In razend tempo werden mensen besmet en de ziekenhuizen raakten overvol. Ik wilde iets betekenen en ging al snel werken op de afdeling die speciaal was ingericht voor coronapatiënten. Met isolatiejas, bril, mondkapje en handschoenen liep ik over de afdeling. Voor de zekerheid maakte we de handschoenen met tape vast aan onze jas en het mondkapje aan onze neus. Er mocht geen enkele ingang zijn waardoor we zelf besmet konden raken.
En toen begon het: roeien met de riemen die je had. Niets was voorspelbaar, protocollen werkten niet meer, en je had eigenlijk geen idee wat er nog te wachten stond. Dat vond ik moeilijk. Ik voelde dat ik niet meer kon vertrouwen op mijn onderbuikgevoel en langzaam begon het gevoel van kracht en onverslaanbaarheid af te brokkelen.
Laura van der Veen.
Twee jaar lang liep ik op mijn tenen. Ik probeerde te blijven werken en mijn leven buiten het ziekenhuis draaiende te houden, maar langzaam werd ik steeds somberder, angstiger en uiteindelijk ook psychotisch. Dit leidde tot opname op een gedwongen afdeling in een psychiatrische kliniek. Twee jaar lang ging het van opname naar opname. Ik onderging ECT-behandelingen en kreeg de diagnose autisme.
Laten we nu een sprong maken naar het heden: november 2025, ruim vijf jaar na het uitbreken van de coronapandemie en bijna twee jaar na mijn laatste opname. Ben ik genezen? Nee. Ik denk niet dat je hier volledig van geneest; je leert er eerder mee omgaan en herstelt stukje bij beetje. Ben ik hersteld? Ook dat nog niet helemaal, maar ik ben ongelooflijk ver gekomen. Ik ben nog steeds in behandeling, maar ik ben ontzettend trots op waar ik nu sta. Werken lukt me nog niet, hoe graag ik dat ook zou willen. Ik heb het meerdere keren geprobeerd, maar nog nooit langer dan een paar weken volgehouden. Wat wél is gelukt, is het opzetten van deze stichting.
Zoals ik al aan het begin vertelde, wilde ik dat mijn verhaal niet voor niets was geweest. Voeg daar een (hypo)manie aan toe en je hebt ineens een compleet theaterscript in handen! Ik voelde me geweldig, misschien wel té goed, en dacht: “Dat doe ik wel even, een voorstelling maken.” Nachtenlang schreef ik aan mijn script en benaderde ik theaters. Data werden vastgelegd, de auditie stond gepland, en de theaters rekenden op een voorstelling.
Langzaam gleed ik uit deze (hypo)mane fase en de paniek sloeg toe. Wat had ik gedaan? Wat als ik geen kaarten verkoop? Wat als ik alles zelf moet betalen? Wat als mijn script niet goed genoeg is? Stress overmande me even.
Gelukkig verdween die stress al snel, mede dankzij jullie. Dagelijks kreeg ik persoonlijke berichten, verhalen en aanmoedigingen om door te gaan. De kaartverkoop liep zo hard dat we twee extra voorstellingen konden toevoegen, en onze fantastische regisseur, Iris Stam, maakte er echt iets prachtigs van. Ik voelde hoe belangrijk dit project was, zowel voor het publiek als voor mezelf. Ik besloot door te zetten en richtte samen met twee andere bestuursleden officieel Stichting Doodgewoon op.
Onze eerste voorstelling vond afgelopen juni plaats en het overtrof alles wat ik ooit had durven dromen. Het publiek reageerde vol emotie, vaak met tranen in de ogen. Mijn innerlijke vuur brandde als nooit tevoren. Ik moest hiermee doorgaan: verhalen vertellen, zowel die van mezelf als die van anderen. Voorstellingen maken, podcasts opnemen, blogs schrijven—dit is nu mijn “werk”. Dit is iets wat ik wél kan.
En hoe belangrijk is het dat we over mentale gezondheid praten? Dat we het bespreekbaar maken, naar elkaar luisteren en er voor elkaar zijn? Dat is waar Stichting Doodgewoon voor staat. Niet alleen een voorstelling of een blog, maar een beweging. Een beweging die zegt: je bent niet alleen. Je verhaal doet ertoe. En samen kunnen we het onzichtbare zichtbaar maken. Dat is de kracht van delen, van luisteren, en van er zijn voor elkaar — en dat is precies waarom ik Stichting Doodgewoon ben begonnen.
Laura van der Veen
Wil je reageren op deze blog? Dat kan via onderstaand formulier. Je e-mail adres zal niet zichtbaar zijn op de website.
Reactie plaatsen
Reacties
Prachtig geschreven!